ec reddingsboeiIn het vorige artikel hebben we geschreven over de opdracht tot evangeliseren. Het is duidelijk geworden dat we allemaal die opdracht gekregen hebben. Hij geldt niet alleen voor onze predikant, onze ouderlingen en diakenen, maar ook voor u, jou en mij. Als we dat gaan beseffen komen ongetwijfeld de vragen naar boven: waar moet ik dan beginnen, wat moet ik precies doen en waar en wanneer? Op deze vragen hopen we in de komende tijd een antwoord te kunnen geven.

We beginnen bij het allereerste begin. Want nu we weten dat de opdracht voor een ieder van ons geldt, komt het ineens best dichtbij. En wellicht voelen we ons helemaal niet geschikt voor die taak. En inderdaad, we zijn ook ongeschikt en helemaal niet bij machte om iemand te kunnen overtuigen. De apostel Paulus leert ons dat ook in 1 Korinthe 3 : 5 - 9. Het is God, Die de wasdom geeft. Paulus,Apollos en ook wij kunnen de wasdom niet geven, maar we mogen wel Gods medearbeiders zijn. In die wetenschap moeten we beginnen, zoals Salomo ons in Psalm 127 : 1 leert: Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan. We moeten om de zegen van de Heere vragen, anders is ons werk tevergeefs. Dat is het begin en dat is het allerbelangrijkste in het evangelisatiewerk: het gebed.

Het gebed. Allereerst voor onze naaste familie en vrienden. Zij zijn degenen van wie we zoveel houden, dat we voor hen bidden. Omdat we niets liever willen dan dat ook zij de Heere Jezus Christus leren kennen.De bijbel leert ons ook dat het evangelie onder andere verbreid wordt door en in families. Ouders leren hun kinderen en andersom. Mannen leren het evangelie kennen door hun echtgenotes en andersom. God heeft ons gesteld in onze familie en Hij wil die familie gebruiken voor de uitbreiding van Zijn koninkrijk.Ten tweede moeten we bidden voor degenen die wat verder van ons vandaan staan, maar met wie we wel bijna dagelijks omgaan: onze kennissen, collega's, klasgenoten, buren. Mensen voor wie we ons verantwoordelijk voelen als het gaat om de dingen van Gods koninkrijk. Mensen voor wie we moeten bidden.

Dat is het begin van evangelisatie. Bidden voor de mensen die we kennen, van wie we houden en met wie we bijna dagelijks omgaan. Maar waar moeten we nou precies voor bidden, als we deze mensen brengen aan Gods genadetroon?

Ten eerste moeten we bidden voor het werk van de Heilige Geest in de harten van onze naasten. Want we weten dat de Heilige Geest die delen van het hart kan bereiken, die wij mensen nooit kunnen bereiken. Hij kan harde harten verbreken, Hij kan de wil ombuigen, Hij kan verduisterde harten verlichten. We moeten de Heere vragen of Hij door de Heilige Geest wil doen, wat wij niet kunnen.

Ten tweede moeten we bidden om een open deur. Gelegenheden om het evangelie bekend te maken, zoals ook Paulus dat deed in Kolossenzen 4 : 3.We moeten echter niet proberen om koste wat het kost het evangelie bekend te maken aan diegenen die nog niet klaar zijn om te luisteren. God Zelf zal deuren openen op Zijn tijd. En als Hij die deur opent, moeten we die kans zo goed mogelijk benutten. En soms zullen we misschien denken dat het wel erg lang duurt voordat God een deur opent, of we zijn misschien bang dat God ons gebed nooit zal verhoren, maar dan herinnert Petrus ons in 2 Petrus 3 : 8 en 9:

Doch deze ene zaak zij u niet onbekend, geliefden, dat een dag bij den Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als een dag.
De Heere vertraagt de belofte niet (gelijk enigen dat traagheid achten), maar is lankmoedig over ons, niet willende dat enigen verloren gaan, maar dat zij allen tot bekering komen.

Blijf dan maar bidden voor familie, vrienden en kennissen en voor open deuren. God zal ons kansen geven op Zijn tijd. En dan zullen we er ook achter komen dat Zijn tijd de beste tijd is.

Ten derde bid ook voor uzelf. Vraag de Heere maar om moed. Paulus deed dat ook. Het lijkt soms wel of Paulus altijd de moed bezat en nooit bang was. Maar Paulus was net als ons. Hij had Gods hulp net zo hard nodig als u, jij en ik. Vraag de Heere maar of Hij u de woorden in de mond zal geven. Paulus vond het ook moeilijk om altijd helder en duidelijk te zijn. Hij wist dat hij hiervoor de Heere nodig had en hij vroeg daar ook om. Wij weten soms ook niet wat we precies moeten zeggen. Soms lijkt het wel of we alleen maar meer verwarring zaaien. We hebben Gods hulp en leiding nodig in het spreken. Als we de bijbel openslaan zien we dat zelfs de Heere Jezus ons vertelt dat de woorden die Hij sprak, Hem door Zijn Vader gegeven werden.

Zo mogen we zien dat het gebed zo belangrijk en noodzakelijk is. Bedenk maar steeds hoe we in dit stuk begonnen met Psalm 127 : 1: Zo de HEERE het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan.In het volgende artikel gaan we verder met wat er volgt na het gebed.

Bron: The heart of Evangelism, Jerram Barrs

Snel naar toe

Template Settings
Select color sample for all parameters
Red Green Blue Gray
Background Color
Text Color
Google Font
Body Font-size
Body Font-family
Scroll to top