ec reddingsboeiDe vorige keer hebben we met elkaar nagedacht over de opdracht van de Heere Jezus: Gij zult Mijn getuigen zijn (Handelingen 1:8).We willen nu wat verder nadenken waarom nou juist ik moet evangeliseren, want we hebben tenslotte niet voor niks de dominee, de ouderlingen en diakenen

Als we in de bijbel het boek Handelingen openslaan, kunnen we lezen dat het evangelie verspreid werd. Allereerst zien we Petrus, die in opdracht van Zijn Meester het evangelie bekend maakt aan diegenen die niet geloven. Hij is degene die de opdracht om getuige te zijn heel letterlijk uit de mond van de Heere Jezus gehoord heeft.

Als we echter verder lezen in Handelingen, horen we de evangelieverkondiging ook uit de monden van Stefanus en Paulus en nog veel meer gelovigen. Door mensen die de opdracht om te getuigen niet direct van de Heere hadden gekregen. We zien in deze hoofdstukken dus dat de opdracht niet alleen voor de apostelen was, maar voor de gehele gemeente. We lezen dan ook in onder andere Handelingen 8:4, dat alle verstrooiden het land door gingen en het Woord verkondigden.

Ook geldt dat de opdracht niet alleen geldig was voor die tijd, maar ook voor alle volgende generaties. Jezus zei tenslotte toen Hij de opdracht gaf: En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld (MattheĆ¼s 28:20). Daar bedoelt de Heere Jezus dus niet dat Hij slechts bij hen zou zijn, totdat de apostelen gestorven zouden zijn, maar tot aan de voleinding der wereld. Het geldt dus ook nog in deze tijd. Sterker nog, Jezus zegt ook dat het einde der wereld pas zal zijn, als aan alle volken en natieshet evangelie bekend gemaakt zou zijn.

We zien dus dat elke kerk en gemeente geroepen wordt om het evangelie uit te dragen. Maar hoe zit het dan met de individuele leden van die gemeenten? Moeten alle gelovigen meedoen om het evangelie te verspreiden in de wereld? Simpeler gezegd: moet u, moet jij en moet ik ook helpen om het evangelie te verspreiden? Ja, door simpelweg lid te zijn van de gemeente heeft iedere gelovige de verantwoordelijkheid om betrokken te zijn bij de verspreiding van het evangelie. Waar mijn gemeente toe geroepen is om te doen, daar ben ik ook geroepen om te doen ofte helpen. We hebben hierboven al benoemd dat niet alleen de apostelen, of in onze tijd, de ouderlingen,diakenen, onze predikant, de leiders van de gemeente geroepen zijn om het evangelie uit te dragen. Hoewel in de bijbel wel naar voren komt dat sommigen door de Heere wel speciaal geroepen worden om te verkondigen en hiervoor ook de gaven ontvangen (Efeze 4: 7-12), zijn het ook de gewone getuigen (de verstrooiden, Handelingen 8:4) die door Gods hulp en kracht het evangelie mogen uitdragen. In 1 Petrus 3:15 leert de Heere ons dat we altijd bereid moeten zijn om rekenschap te geven van de hoop die in ons is. Dat is een woord aan ons allen gericht.

Evangelisatie is dus niet alleen de taak van diegenen, die hier speciaal voor geroepen zijn, maar iedere gelovige, dus ook u, jij en ik worden geroepen om te getuigen en rekenschap te geven van de hoop die in ons is. En nogmaals, we hoeven dit niet in eigen kracht te doen, maar de Heere Jezus Zelf zal met ons zijn, al de dagen tot de voleinding der wereld.

In het volgende artikel hopen we in te gaan op wat we dan precies moeten doen en hoe we dat aan moeten pakken.

Bron: The Heart of Evangelism, Jerram Barrs

Snel naar toe

Template Settings
Select color sample for all parameters
Red Green Blue Gray
Background Color
Text Color
Google Font
Body Font-size
Body Font-family
Scroll to top