Afdrukken

ec reddingsboeiIn het vorige artikel hebben we gezien dat ook met het feit van de uitverkiezing evangelisatie noodzakelijk is. Sterker nog, juist dankzij de uitverkiezing heeft evangelisatie zin. De Heere Jezus gebruikt ons en onze evangelisatie (hoe gebrekkig ook) om Zijn uitverkorenen te behouden.

In de Bijbel kunnen we daar genoeg voorbeelden van vinden. Ik denk aan Filippus en de kamerling. De Heere was al aan het werk in het leven van de kamerling, maar Hij gebruikt Filippus om het Woord uit te leggen aan de kamerling. De kamerling mag belijden: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.

Ook denk ik aan Paulus. Paulus werd op de weg naar Damaskus stil gezet door de Heere. Hij moest niet de Christenen vervolgen, maar hij moest het Evangelie gaan brengen bij hen die van het Evangelie nog niets wisten. En velen geloofden het Woord wat Paulus tot hen bracht.

Meer voorbeelden zijn te noemen. Denk aan Elisa en Naäman de Syriër, de Heere gebruikte de profeet Elisa om aan Naäman Zijn wonderen te tonen. Denk aan koning Manasse. Manasse was opgegroeid bij het Woord, wat hij van zijn vader Hizkia mocht horen, maar hij dwaalde af en bad de afgoden aan, totdat hij, eenmaal in Babel beland, aan de God van zijn vader dacht. De Heere had koning Hizkia gebruikt om Manasse tot geloof te brengen, weliswaar op Zijn tijd.

Zo mogen we in de Bijbel lezen dat evangelisatie zin heeft, dat het vrucht mag dragen. In onze tijd zien we dat misschien niet altijd, maar juist doordat we er in de Bijbel van mogen lezen, mogen we vertrouwen dat het Woord van God niet ledig tot Hem wederkeert, maar dat het zal doen, hetgeen Hem behaagt.

Hoe gebruikt God dan mensen in onze tijd? Wellicht weet u van evangelisten in de havens van Rotterdam, van Antwerpen. Mensen die het Woord mogen gaan brengen in gevangenissen.En zover hoeven we eigenlijk nog niet eens om ons heen te kijken. Ik zie het gebeuren op mn werk in het ziekenhuis. Twee mannen op èèn zaal, samen zitten ze aan tafel, allebei met een boek voor zich. De ene man leest een roman, de andere man de Bijbel. Ze raken in gesprek, de man met de roman vraagt wat zijn buurman aan het lezen is en de buurman mag vertellen over de Bijbel waarin zoveel geschreven staat over zijn Heere Hij leest Psalm 27 voor en vertelt hoe hij door deze woorden steeds weer bemoedigd wordt. Stil ga ik verder met mijn werk, biddend of de Heere de naprediker wil zijn van deze woorden.

Twee dames liggen samen op een zaal. `s Nachts heeft èèn van de twee veel pijn. De andere dame voelt zich gedrongen om haar aan te raden om te bidden en om te vragen: Heere, ontferm u over mij, wees mij genadig. Maar ze vindt de vrijmoedigheid niet. Als het ochtend geworden is, vraagt ze aan de Heere om vrijmoedigheid om haar buurvrouw aan te spreken en ze mag die vrijmoedigheid krijgen. Ze stapt op haar buurvrouw af en zegt: Mevrouw, als u nou vannacht weer die pijn krijgt, bid dan maar tot de Heere en zeg: Heere, ontferm U over mij, wees mij genadig. Ze krijgt geen antwoord en loopt weer terug naar haar eigen bed. Als ze er weer in ligt, klinkt het vanuit het andere bed: Bedankt mevrouw.

We zien niet altijd meteen vrucht, maar we mogen wel vertrouwen dat God ons mensen gebruikt en ook wil helpen om het Evangelie bekend te maken aan onze naasten. We mogen ons bemoedigd weten door de voorbeelden uit de Bijbel. En laten we nooit vergeten: We hebben een God, Die wonderen doet!