Vragen en antwoorden |
Ik zit niet bij jullie in de gemeente, maar toch zou ik jullie graag een vraag voorleggen. Hoop dat dat geen probleem is. Het antwoord: Om je vraag te kunnen beantwoorden is het misschien makkelijk om eerst even een stukje terug te gaan in de geschiedenis om te kijken waar beide kerken eigenlijk hun oorsprong vinden. In de 3e eeuw ontstond de katholieke kerk. Na de kerkhervorming van Luther en die van Calvijn, waren er in ons land twee kerkelijke hoofdstromingen, namelijk de Rooms-Katholieke en de gereformeerde, later de Nederlandse Hervormde genoemd. In het begin van de 19e eeuw ging onder leiding van koning Willem I de overheid zich steeds meer bemoeien met het kerkelijke leven. Het gevolg was dat de Nederlandse Hervormde kerk in 1816 volledig staatskerk werd. Die status had tot gevolg, dat er volgens een aantal predikanten steeds minder toegezien werd op de leer en langzamerhand steeds meer ruimte ontstond om allerlei vreemde leringen en dwalingen te verkondigen. Er kwam onvrede en tot een afscheiding in 1834 leidde, waarmee de naam van ds. H. de Cock verbonden is. Deze beweging breidde zich al snel over het gehele land uit, zodat op veel plaatsen afgescheiden gemeenten ontstonden. Enkele tientallen jaren later, in 1886, vond om vrijwel dezelfde redenen weer een afscheiding plaats, waaraan de naam van dr. A. Kuyper gekoppeld is. Deze afscheiding is de geschiedenis ingegaan als de "Doleantie". Zo waren er dus twee kerken, die ieder afgescheiden was van de Nederlandse Hervormde kerk. Zij leefden afzonderlijk en bestonden dus naast elkaar. In 1892 verenigden de kerken van de Afscheiding en de Doleantie zich met elkaar en zij vormden de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN). Niet iedereen wilde aan dezeVereniging meedoen en zo ontstond er door de achterblijvers de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De grondslag van de GKN werd gevormd door de Bijbel en de gereformeerde belijdenisgeschriften: de Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels en de Nederlandse Geloofsbelijdenis. In principe lag de autonomie bij de plaatselijke gemeente, met de door de gemeenteleden gekozen kerkenraad aan het hoofd. De organisatie was gebaseerd op de kerkorde zoals die in 1618-1619 op de synode van Dordrecht was vastgesteld, de Dordtse Kerkorde (DKO). Met aanpassing aan de veranderde relatie van kerk en staat is deze DKO in de Gereformeerde Kerken van kracht geweest tot 1959. Op 1 mei 2004 zijn de Gereformeerde Kerken in Nederland met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk opgegaan in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Van de Gereformeerde Kerken in Nederland zijn er gemeenten die niet met de fusie van de drie genoemde kerken zijn meegegaan en zij vormen het Kerkverband van de Gereformeerde Kerken (hersteld), zij zetten de Gereformeerde Kerken voort. Deze kerk heeft zich dus gevormd in periode 2003-2004, de fusie werd op 1 mei 2004 van kracht na een besluit daartoe in december 2003. De grondslag van deze Gereformeerde Kerken (hersteld) is: geheel de Schrift, de algemene belijdenissen, te weten de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Nicea, de Geloofsbelijdenis van Athenasius, en de gereformeerde belijdenisgeschiften, te weten de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels, een en ander conform de afspraken in Dordtse Kerkenordening. Ongeveer 50.000 hervormden aanvaardden niet de eenwording van hunNederlandse Hervormde Kerk met de Gereformeerde Kerken en deEvangelisch-Lutherse Kerk op 1 mei 2004. Zij waren het niet met deze eenwording eens, omdat hiermee feitelijk de Nederlandse Hervormde Kerk werd opgeheven en door de fusie de confessionele gereformeerde grondslag werd losgelaten. Het laatste was doorslaggevend en de diepste zwaarwegende reden. Het gevolg van de fusie was dat de Drie Formulieren van Enigheid niet meer de basis vormden voor de nieuwe kerk zoals dat de eeuwen door na de Kerkhervorming altijd was. De hervormden die niet meegingen in de nieuwe kerk vormden, onder handhaving van de Hervormde Kerkorde 1951 die door de fusie niet meer van kracht was (de drie kerken hebben de Protestantse Kerkorde (PKO)), het kerkgenootschap dat zij beschouwen als de ware voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk. Wat zijn de Drie Formulieren van Enigheid? Zij zijn de Belijdenisgeschriften uit de zestiende en zeventiende eeuw, die in de Nederlandse kerken van Gereformeerde signatuur geldend zijn. De drie zijn: de Nederlandse Geloofsbelijdenis (1561), de Heidelbergse Catechismus (1563) en de Dordtse Leerregels (1618-1619). Organisaties van de gereformeerde gezindte brengen veelal hun identiteit tot uitdrukking door de Drie Formulieren in hun grondslag op te nemen. De Hervormde Kerkorde van 1951 noemde ook de Catechismus van Geneve als geschrift waarin het belijden der kerk was verwoord. De Catechismus van Geneve was opgenomen in verband met de Waalse Kerk, Franse hervormden hadden in dat geschrift hun Franse gereformeerde belijdenis die van Johannes Calvijn afkomstig was. In de Kerkorde van de PKN is een duidelijke verandering waarneembaar. Niet langer is de gereformeerde grondslag de basis van de kerk, ook de onveranderde Augsburgse confessie en de Catechismus van Luther zijn in de grondslag van de Protestantse Kerkorde opgenomen. In die geschriften zijn de gereformeerde belijdenisgeschriften fundamenteel tegengesproken. In de grondslag van de PKN staan dus belijdenisgeschriften die evenveel gezag hebben, maar die op fundamentele punten haaks op elkaar staan. Ook staan in de PKO de Barmer Thesen en de Konkordie van Leuenberg genoemd die op uiterste gespannen voet met de gereformeerde belijdenisgeschriften staan. Bepaalde onderdelen, zoals de voorzienigheidsleer en de veroordeling van de Paapse mis' in de Heidelbergse Catechismus en de leer van de dubbele predestinatie in de Dordtse Leerregels, roepen bij mensen weerstanden en bezwaren op waardoor ontoelaatbare aanpassingen in de basis of grondslag van de PKN zijn gemaakt. Vanwege het feit dat de houding is aangenomen dat in de nieuwe kerk er voor elk wat wils moet zijn en ieder er zijn plaats moet kunnen vinden, is het verwijt van de Hersteld Hervormde Kerk aan de gefuseerde Kerk dat zij een plurale kerk is geworden, een kerk waarin ook dwalingen recht van bestaan krijgen en hebben. Als we bovenstaande stukken lezen, dan kunnen we de conclusie trekken dat zowel de Gereformeerde Kerken als de Hervormde Kerk dezelfde afkomst hebben. Maar doordat steeds mensen toch net andere gedachten hadden, ontstonden er steeds aftakkingen die zorgden dat er vele verschillende kerken zijn ontstaan. De Gereformeerde Kerken (hersteld), waarvan er niet zoveel zijn en die op ons eiland niet voorkomen, en de Hersteld Hervormde kerk hebben dezelfde belijdenisgeschriften zoals hierboven beschreven is. Alle gemeenten die tot de Protestantse Kerk in Nederland behoren hebben ook dezelfde belijdenisgeschriften, namelijk die in de grondslag van de PKN staan en dus in de PKO te vinden zijn. De hervormde gemeenten en de gereformeerde kerken die in de fusie zijn meegegaan (op ons eiland worden alleen zulke gereformeerde kerken aangetroffen) hebben dus in hun grondslag tegenstrijdige en elkaar tegensprekende belijdenisgeschriften, die wel evenwel recht hebben en waarop even wettig een beroep kan worden gedaan. Een kleine toevoeging nog. Binnen de kerken, zowel binnen de Hersteld Hervormde Kerk als binnen de Protestantse Kerk in Nederland, zijn er wel verschillen' in leer en leven. In de leer worden soms verschillende accenten gelegd: in de ene gemeente ligt meer nadruk op de verkiezing, in de andere gemeente op het verbond. Soms heeft een kerk toch ook eigen regeltjes waaraan de hand gehouden wordt. Op ons eiland zien we dat in uiterlijke vormen gemeenten verschillen, kerkelijke leerstukken krijgen ook verschillende nadruk, de kerkdienst heeft soms evenzeer een iets andere vorm. Ondanks de verschillen tussen Hersteld Hervormde Gemeenten onderling hebben ze toch dezelfde belijdenisgeschriften in hun grondslag. Ondanks verschillen tussen de zogenaamde hervormde gemeenten en gereformeerden kerken binnen de PKN hebben ook zij dezelfde belijdenisgeschriften in hun basis, de gereformeerde vermeerderd met de Evangelisch-Lutherse belijdenisgeschriften.
De bijbel staat vol met mooie dingen, maar echt heel veel zie ik er niet van. Hoe weet ik nou zeker dat die mooie dingen allemaal kloppen.? Allemaal mooie woorden maar begrijpen doe ik het ook niet.En hoe weet ik dat ik echt geloof? Het antwoord: We zullen proberen jou vragen op eenvoudige wijze te beantwoorden. Wat is het fijn om te horen dat jij ervaart dat er in de Bijbel mooie dingen geschreven staan. Ik kan niets anders doen dan hiermee in te stemmen. De Bijbel staat inderdaad vol met mooie geschiedenissen en gelijkenissen. Je geeft aan dat je niet veel van die mooie dingen terug ziet in deze tijd. Ik kan mij voorstellen dat je bedoelt dat wij nu niet meer van zulke wonderen zien, die er in de tijd van de Bijbel verricht werden. Of bedoel je iets anders? De wonderen die de Heere Jezus en Zijn discipelen deden waren vaak bedoelt om de woorden die gesproken werden kracht bij te zetten, zodat de mensen uitgelokt werden om te geloven. In de Bijbel worden veel wonderen beschreven, denk maar eens aan de tocht van de Israelieten door de Rode Zee (Ex. 14: 31) of aan David, die de reus Goliath verslaat (1 Sam. 17:49-50). Maar we kennen er nog meer, ook de weduwe die niets heeft om haar schuldheer te betalen, wordt op wonderlijke wijze geholpen. De weduwe had een kruik met olie, die zich alsmaar vermenigvuldigde, zodat er genoeg was om de schuldheer af te lossen (2 kon. 4: 1-7) en dit doet me denken aan de wonderbare spijziging (Joh. 6). Dit zijn wonderen uit het Oude Testament, maar ook in het Nieuwe Testament worden wonderen beschreven. In Joh. 9 lezen we over de genezing van de blindgeborene en in Joh. 11 lezen we zelfs over de opwekking van Lazarus. Wat en grote wonderen. Maar het grootste Wonder in de Bijbel is toch wel de geboorte en de opstanding van de Heere Jezus. De Heere Jezus is geboren uit de maagd Maria, die bevrucht was door de Heilige Geest (Luk. 1:35) en het wonder van Jezus opstandig is niet minder groot (Luk. 24:1-12). Ook voor jou is dat Grote Wonder Jezus Christus op aarde gekomen om voor jouw en mijn zonden te sterven, als we in de Heere Jezus geloven. De wonderen die hierboven genoemd worden, zijn natuurwonderen, wonderen waardoor er overwinning werd geschonken, wonderen die laten zien dat er mensen geholpen worden in het voorzien van de materiële behoefte, wonderen van genezing, wonderen van opwekking en ga zo maar door. Gebeurtenissen die in onze ogen onmogelijk zijn, maar bij God is er niets onmogelijk! En dit zijn lang niet alle wonderen die er verricht zijn. Zou de God, die al deze wonderen verricht heeft, dat nu niet meer kunnen? Zou God in deze tijd die wonderen niet meer willen verrichten? Ik denk het wel, ik weet het eigenlijk wel zeker. Lees maar mee wat er in Hebreen 13:8 geschreven staat: Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en in der eeuwigheid. Ofwel, Hij is in staat om de wonderen die Hij toen gedaan heeft, nu nog te doen. En het mooiste is, dat doet Hij ook! Door ons ongeloof zien wij niet meer het wonder dat God verricht. Toch zien we ook in deze tijd dat God wonderen doet bij mensen, die in geloof, wonderen van Hem verwachten. In Nazaret heeft Jezus niet veel wonderen gedaan, dat komt door het ongeloof wat Hij daar tegenkwam (Mat. 13:58). Maar in Kapernaum heeft Hij veel meer wonderen kunnen verrichten. Geloven wij in God? Zien wij zijn wonderen? Het groeien van het gewas op het land, de geboorte van een kind, het genezen van een ernstige ziekte. Zijn dat geen wonderen? Voor ons zou het onmogelijk zijn, maar niet bij God. Het is al een wonder dat Hij nog naar ons, zondaren, wil omkijken! Dus als je zegt dat je weinig ziet van de mooie dingen die er in de Bijbel staan, kan ik alleen maar zeggen: verwacht in geloof, de wonderen van Hem! Het kan ook zijn dat je bedoeld dat je in jou leven niets ziet van de beloften die God in de Bijbel heeft gedaan. De Bijbel staat vol met beloften, zowel in het Oude- als in het Nieuwe Testament. Als wij de beloften lezen, moeten we ons een aantal dingen afvragen. Zitten er voorwaarden aan de belofte? Want daar zit weldegelijk verschil in. De ene belofte is onvoorwaardelijk, zoals de moeder belofte uit Genesis 3:15 Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelfe zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. Dit vers betekent dat God Zijn Zoon zal sturen, dus de Heere Jezus, om de satan te vermorzelen te overwinnen. Dit soort beloften voert God ten alle tijden uit omdat het niet van een mens afhankelijk is. En sommige belofte zijn voorwaardelijk, zoals Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. (Mat. 7:7) We moeten er dus om bidden en dan pas zal het ons gegeven worden, we moeten kloppen, anders zal de deur niet opengedaan worden, en we moeten zoeken, anders zullen we niet vinden. In dit ene Bijbelvers staan al drie prachtige beloften. Maar ze komen ons niet aanwaaien, we moeten bidden, kloppen en zoeken. Bij veel van de beloften is dit het geval. Zonder geloof zullen we de beloften niet verstaan, maar ook niet ontvangen. In Jakobus 1:5 en 6 lezen we En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij ze van God begere, Die een iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. Maar dat hij ze begere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is een baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op- en neder- geworpen wordt. Daarnaast moeten we er ook naar kijken aan wie de beloften gedaan zijn. Sommige beloften zijn aan het volg Israel gedaan en die kunnen we niet zomaar toepassen op onszelf. Andere beloften zijn wel naar onze tijd door te trekken. Een belofte is even betrouwbaar als degene die de belofte doet. Ons verstand leert ons dat een belofte van iemand die erom bekend staat dat hij/zij niet eerlijk is, niet al te serieus genomen moet worden. We hebben dus ook alleen maar ons verstand nodig om er zeker van te zijn dat God zijn beloften wel vervuld. God is immers een God die niet liegen kan. Hij is betrouwbaar en rechtvaardig. En belooft is belooft, toch? God zal altijd in onze behoeften voorzien. Hoe vaak krijgt een mens niet te maken met problemen waar hij/zij geen kant mee op kan? Beproevingen als armoede, ziekte, vervolging en misbruik? Maar zelfs als onze situatie onmogelijk lijkt, kunnen we rekenen op de grote beloften van God: Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? (Rom. 8:31-32) Stel je vertouwen op deze belofte en dan hoop ik dat je met Paulus mag zeggen: Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Heere. De volgende vraag die je stelt is hoe je nou zeker kunt weten dat het waar is wat er in de Bijbel staat. Dat is een lastige vraag. Wij willen graag op al onze vragen antwoorden hebben en willen alles wat er in de Bijbel staa, kunnen verklaren. Niet alles wat er in de Bijbel staat is echter door mensen te verklaren. Als alles te verklaren zou zijn, dan zou het geen geloof meer zijn. Wij moeten geloven dat alles wat er in de Bijbel staat waar is, niet omdat wij het mooie verhalen vinden, maar omdat de Bijbel het Woord van God is. Waarom de Bijbel het Woord van God is, is beantwoord in een voorgaande vraag die je op de site terug kunt vinden. Gods gedachten zijn hoger dan onze gedachten, voor God is alles wat er in de Bijbel staat te verklaren, voor ons is het onmogelijk om Gods gedachten te doorgronden. Dit moeten we echter ook niet willen weet je waarom? Omdat dat in de Bijbel staat. Deuteronomium 29:29 De verborgen dingen zijn voor den Heere, onze God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet. Je laatste vraag is hoe je kunt weten of je echt gelooft. Wil je iets voelen? Wil je van mij horen of je echt gelooft? Niemand kan jou dat vertellen. Dat is namelijk iets tussen jou en de Heere. Wel kun je in de Bijbel lezen waar een Christelijk leven aan hoort te voldoen. In de Bijbel worden namelijk negen vruchten van de Geest genoemd. In Gelaten 5:22 worden ze ons bekend gemaakt: Maar de vrucht des Geestes is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid. Lankmoedigheid is het zelfde als geduld en matigheid kan ook wel zelfbeheersing genoemd worden. Bezit je deze vruchten? Geloof je en vertrouw je er op dat jouw zonden je vergeven zijn, je de eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken zijn? Alleen om de genade van Christus wil (zondag 7)? Lastig hè, om het geloof je toe te eigenen? Maar gelukkig hebben we een genadig God die ons het geloof wil schenken. Blijf er veel om vragen, God is een verhoorder der gebeden. Als jij smeekt om het geloof in Hem, die je kan redden van je zonden, dan zal Hij je niet met lege handen wegsturen! Laten wij altijd verwonderd blijven over de wonderen die God in het verleden heeft gedaan en laten we uitzien naar de wonderen die Hij vandaag doet en in de toekomst nog zal doen. En als bepaalde wonderen uitblijven, ondanks dat je er veelvuldig en met oprecht geloof om gebeden hebt, dan weet God wellicht een betere manier om tot Zijn doel te komen. Geloof je dat? Dan mag je ook zeggen: Uw wil geschiede. Ik hoop dat je met deze antwoorden verder kunt en dat het duidelijk mag worden of je het echt gelooft, maar bovenal hoop ik dat je Gods wonderen leert zien, want ook vandaag nog doet Hij grote wonderen! Vriendelijke groet, Oog voor jou De vraag: Is de straf zwaarder voor mensen die wel van Jezus hebben gehoord? Pas zei er een dominee tijdens een preek dat de straf, bij het oordeel, voor de mensen die wel van Jezus gehoord hebben, zwaarder is dan voor de mensen die niet of weinig van Jezus gehoord hebben. De dominee gaf aan dat je niet het zelfde de kerk uitgaat dan dat je er bent ingekomen. Iedere preek die je gehoord hebt, maar waar je niets mee gedaan hebt, verzwaard je oordeel. Als ik nu dagen heb waarin ik met mijn gedachten helemaal niet bij de preek ben en dus ook weinig tot niets opvang, dan zou ik dus beter thuis kunnen blijven omdat ik anders mijn oordeel zwaarder maak. Maar toch lijkt het mij ook niet dat het beter is om thuis te blijven. Hoe zit dat dan precies? Het antwoord: Beste jongere, Allereerst wil ik aangeven hoe rijk bevoorrecht we zijn dat we iedere week naar de kerk mogen gaan. Wij mogen iedere week in de kerk horen hoe de Heere tegen ons spreekt. En dat is zoals je misschien wel weet niet in alle landen vanzelfsprekend. Nu begrijp ik je vraag. Soms ben je helemaal niet met je gedachten bij de preek. Daarin sta je niet alleen, dat heeft ongetwijfeld iedere kerkganger wel eens. Als mens zit je iedere keer weer anders in de kerk, de ene keer ben je blij, de andere keer zit je hart vol met zorgen en problemen, weer een andere keer mag je met verlangen uitzien naar wat de Heere je te zeggen heeft en weer een andere keer moet je bekennen dat je helemaal geen zin hebt in de kerkdienst.Gaan we biddent naar de kerk? Bidden we thuis? Wat zijn wij als mensen veranderlijk. Maar gelukkig is God altijd Dezelfde, en daarom sla je precies de spijker op de kop als je zegt dat het niet beter is om thuis te blijven. Het kan immers zo maar zijn dat de Heere juist krachtig tot jou persoonlijk spreekt als je er met je gedachten helemaal niet bij bent. Is er iets voor de Heere te wonderlijk? Met één Woord kan Hij zomaar je gedachten er weer bij halen. Dat hangt niet van ons af, niet van onze gemoedstoestand. Je voelt wel aan, dat je alleen daar al om beter in de kerk kunt zitten dan thuis. De kerk is de werkplaats van de Heilige Geest. De Heere roept ons op gebruik te maken van de genademiddelen, zoals de kerkgang het thuis lezen van de bijbel en het gebed. Dat zijn de middelen die de Heere in het bijzonder wil gebruiken om tot ons te spreken. In Hebreeën 10: 25-26 lezen wij: En laat ons onze onderlinge bijeenkomsten niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert. Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden; In dit tekstgedeelte wordt dus gezegd dat wij de kerkdiensten niet mogen verzuimen. Er staat achter: gelijk sommigen de gewoonte hebben. De oorzaak van het kerkverzuim wordt hier niet genoemd, maar ik denk dat wij daaruit de conclusie mogen trekken dat kerkverzuim om geen enkele reden goedgekeurd kan worden. Ook in het vierde gebod van de Tien Geboden worden wij opgeroepen om naar de kerk te gaan. In vraag en antwoord 103 van de Heidelbergse Catechismus staat: () Dat ik inzonderlijkheid op de Sabbat, dat is op de rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de Sacramenten te gebruiken, God den Heere openlijk aan te roepen, en den armen Christelijke handreiking te doen: () De dominee die in zijn preek aangaf dat je niet hetzelfde de kerk in gaat als dat je er uit gaat, heeft wel gelijk. Wij zijn naar de kerk gekomen en hebben daar Gods Woord gehoord. In de diepste zin heeft God daar tot ons gesproken. Het is aan ons wat wij met dat Woord doen. Leggen wij het naast ons neer, of slaan wij het op in ons hart. Dat is een keuze die van levensbelang is en waar we straks op de jongste dag de oordeelsdag verantwoording over moeten doen. God spreekt tot ons, en wie zijn wij dan om dat Woord naast ons neer te leggen? God wil dat wij naar Hem gaan vragen, Hem gaan zoeken en Hem gaan dienen. Hij wil ons een nieuw hart geven, zodat wij in Hem het eeuwige leven mogen ontvangen. Zoals eerder gezegd, zijn wij dus bevoorrecht, dat wij Zijn Woord mogen horen. Er zijn veel landen waar je vervolgt wordt als je in de Heere gelooft. En er zijn zelfs gebieden op de wereld waar ze nog nooit van de Heere gehoord hebben. De mensen die nog nooit van de Heere hebben gehoord weten dus niet Wie Hij is en wat Hij van ons vraagt. De mensen geloven dan niet in God, maar dat is omdat zij niet weten Wie God is. Wij mogen iedere zondag in de kerk horen Wie God is,en wat Hij wil zijn voor ons! als wij dan nog niet in Hem gaan geloven, is dat een zonde die wij begaan. Daarom zal het oordeel van de mensen die in de kerk zitten, maar niets met Zijn Woord doen, zwaarder zijn dan de mensen die niet weten Wie God is. Dus ook al lijkt het nu misschien dat je dan maar beter thuis kan blijven, omdat jij je dan niet schuldig maakt aan het naast je neer leggen van het Woord van God, is dat toch niet het geval. God wil gevonden worden. En de plaats waar Hij bovenal gevonden kan worden, is de kerk. De kerk is immers het Huis van God. God wil in de kerk tot ons spreken, zelfs als jij daar geen aandacht voor lijkt te hebben. Blijf de Heere zoeken, want dat is van levensbelang. En God geeft jou dan een hele mooie belofte mee: die Mij vroeg zoeken, zullen Mij vinden. (Spreuken 8:17) Hopelijk geeft dit antwoord op je vraag en anders horen wij het graag. Vriendelijke groet, Oog voor jou
Hoe moet ik bidden als ik niet weet wat ik bidden moet?
|